Bij de presentatie van “Ze dachten dat het psychisch was”
23 februari 2011 in het NKI-AVL
Het is ruim drie jaar geleden dat Nienke stierf en -om met Anna Enquist te spreken: ‘Alles voert steeds verder van haar weg’. Want de tijd gaat door, en niets is meer hetzelfde als toen Nienke nog leefde.
Nienke’s huis is verkocht, Baukje is overleden, ik ben verhuisd, Emma is alweer 3 1/2 jaar, Tim is erbijgekomen… en vandaag is dit boek over Nienke verschenen.
En nee, ik heb dit boek niet geschreven om een periode van rouw af te sluiten. Het schrijven van dit boek was ook niet een manier om het verdriet te verwerken of om het van me af te schrijven. Het is een misverstand om te denken dat dat zou kunnen, Dat je het ‘een plaatsje zou kunnen geven’, of dat je je leven weer zou kunnen oppakken. Je leven wordt nooit meer hetzelfde. ‘Verdriet slijt niet. Het tast alleen maar aan. Het holt je uit.'(Anna Enquist)
Ik heb het dus niet van me afgeschreven. Ik zou eerder zeggen: ik heb Nienke naar mij, en hopelijk ook naar de lezer, toegeschreven, omdat ik Nienke niet eenzaam wil achterlaten in de tijd.
Ze is eenzaam genoeg geweest. Wat zij heeft moeten verdragen was eigenlijk teveel voor één mens alleen. Maar ze heeft het gedaan. Sterk en strijdbaar, met verzet tegen de ziekte die haar trof en met overgave aan de behandelingen die ze kreeg, omdat ze maar één ding wilde: leven! Daarvoor nam ze het risico dat ze dood zou kunnen gaan aan de behandeling op de koop toe.
Verzet en overgave, zo had dit boek ook kunnen heten. Maar er bestaat al een boek met die titel. De titel is geworden: “Ze dachten dat het psychisch was”, omdat dat Nienke’s eerste reactie was toen ze hoorde dat er toch iets anders aan de hand was dan de dokters dachten. En omdat ze daarom ook zelf wilde dat haar verhaal bekend zou worden, als ze dood was.
Ze heeft een paar maanden voor haar dood een internetbedrijfje gebeld, waar je voor je dood gaat een boekje met je levensverhaal kunt laten maken. Ik weet niet meer waarom dat niet is doorgegaan, ik weet wel dat ik haar toen beloofd heb dat ik dan een boek over haar zou schrijven.
Dat heeft even geduurd, maar van de zomer ben ik er op een zondagmiddag aan begonnen en na vijf weken was het zo’n beetje af. Daarna heb ik er nog veel aan bijgeschaafd, uitgehaald en toegevoegd. En nu ligt het hier. Met op de voorkant een foto die Nienke van zichzelf gemaakt heeft, met een zelf ontspanner. Ze had die foto gemaakt voor Dario, een italiaanse vriend, en via internet naar hem opgestuurd. Ze vond het haar mooiste foto. Dat heeft ze me vaak laten weten, want ze was bang dat ik na haar dood ergens een foto van haar zou neerzetten, die zij niet mooi vond.
En eerlijk gezegd hád ik ook een andere foto op het oog voor de voorkant van het boek. Maar de uitgever heeft mij ervoor behoed dat die op het omslag zou komen. Bedankt daarvoor, Beppie en Inge, want ik vind dat dit omslag bij Nienke en haar verhaal past. Het is -omdat het een zwart-wit foto is- tegelijk mooi en triest, sterk en kwetsbaar en de gele letters laten iets van haar strijdbaarheid zien.
Ik dank de uitgever, Beppie de Rooy, voor haar vertrouwen in mij. ‘Wij geven het uit en ik wil het pas lezen als je het af hebt’, zei ze tegen mij. En dat terwijl dit pas mijn eerste boek is. Ik dank ook de eindredacteur Inge Slings, voor haar samenwerking en haar begrip.
Ik ben blij dat het boek er nu is. Het is geen vrolijk boek, en het loopt niet goed af.
Toch hoop ik dat het goed ontvangen wordt. Ik hoop vooral dat het met empathie gelezen wordt.
Ooit was ik met Adrie en Joke van den Bosch in Pompeji. Adrie was toen dominee in Ginneken. We zagen in Pompeji de gipsafdrukken van mensen die in 67 v. Chr. plotseling door de uitbarsting van de Vesuvius overvallen zijn. De angst stond op hun gezicht te lezen. Adrie vond het verschrikkelijk dat die angstige mensen als bezienswaardigheid voor de toeristen ten toon gesteld stonden. Terug in Nederland ging hij in de eerstvolgende zondagmorgendienst de gemeente voor in een gebed voor de mensen die meer dan 2000 jaar geleden in Pompei zo angstig de dood ingingen. Heden, verleden en toekomst vielen in dat ene moment samen.
Ik bedoel maar: als het boek over Nienke niet uit sensatie, maar met empathie gelezen wordt, dan blijft zij niet eenzaam achter in de tijd. Dan is er een gelijktijdigheid, waarin mensen solidair met haar zijn.
Lieske Keuning
zie ook de leeswijzer van ds Hans Kronenburg
Uitgever Beppie de Rooy (Boekencentrum):
“Waarom ik het wilde uitgeven?
Er komt zoveel binnen waarin mensen hun hart willen uitstorten. Maar dit boek was voor mij daarin een uitzondering, omdat het niet gericht was op therapeutisch van je afschrijven, maar het meedelen van hoe een leven kan gaan.”
[cincopa AELAxfab0jjJ]
[cincopa AMAAmd6807oO]