Ik heb uw boek afgelopen donderdag ontvangen en ik heb zojuist de laatste pagina’s gelezen. Het was natuurlijk wel mogelijk om het boek in 24 uur te lezen, maar daarvoor was het mij te heftig. Ik moest het boek af en toe wegleggen om bij te komen van al het verdriet, de pijn en de machteloosheid. Ik heb af en toe flink zitten janken tijdens het lezen.
Ik heb in een recensie gelezen dat het een “afstandelijk” boek zou zijn en dat er vooral veel data in zouden staan. Dat van die data klopt wel, omdat het boek volgens mij gebaseerd is op uw dagboekaantekeningen. Afstandelijk vind ik het echter geenszins. De ondertitel is niet voor niets “Het verhaal van Nienke”. Het lijkt daarom nooit uw bedoeling geweest te zijn om uw gevoelens op de voorgrond te plaatsen en daarmee het verhaal van Nienke meer opzij te schuiven. Misschien had de lezer die dat schreef meer verwacht dat u meer over uw eigen gevoelens geschreven zou hebben. Ik weet dat u veel troost ontleent aan het geloof, maar dat dat niet betekent dat u niet zelf ook ontzettend veel verdriet heeft gehad (en nog heeft) om Nienke’s lijdensweg, die ook nog eens gedeeltelijk samenviel met uw eigen gezondheidsproblemen.
Ik heb Nienke maar een paar keer gezien en nauwelijks gesproken, en dat was allemaal minstens 17-18 jaar geleden. Ik herkende wel veel van het beeld dat ik van Nienke had in het boek. Knap, intelligent, liefhebber van Italiaanse muziek (destijds vooral Laura Pausini)
Het is onvoorstelbaar wat ze heeft meegemaakt. Dat de artsen het zo lang op “psychisch” hebben gegooid (dat is een mode-trend. Als (huis)artsen niet weten wat er aan de hand is (wat vaak het geval is), roepen ze al snel dat het psychisch is, zodat ze het af kunnen schuiven). Ik kan me voorstellen dat hoofdpijn met overgeven snel als migraine gezien wordt, helemaal als het met een aura gepaard gaat, maar de omschrijving van haar aanvallen doen helemaal NIET psychisch aan (ik heb psychologie gestudeerd).
U schrijft ook over Nienke in vergelijking met Job, maar ik vroeg me af of u zichzelf niet Job heeft gevoeld na het verlies van eerst Jeroen en vervolgens Nienke. Natuurlijk heeft u Marieke nog en twee geweldige kleinkinderen, maar het is niet niets wat u heeft meegemaakt.
Nienke had alle reden om zich af te vragen “waarom ik?”, maar dat geldt natuurlijk ook voor u. Inmiddels heeft “die God van u” (zoals Nienke dat formuleerde) u al twee kinderen afgenomen. En dat heeft u absoluut niet verdiend. Als de kans dat iemand een pineoblastoma krijgt al zoveel malen kleiner is dan het winnen van de staatloterij, hoe klein is dan de kans dat een moeder twee kinderen verliest? Als er inderdaad een God is die dat allemaal beslist, is het wel een buitengewoon wrede God.
Ik vind het mooi en dapper om te lezen hoe Nienke op haar eigen wijze (en eigenwijze) is omgegaan met haar ziekte en haar dood.
Het boek is indrukwekkend en aangrijpend, en geschreven in een stijl die plezierig leest (ondanks het onderwerp).
een schoolvriend van vroeger